Elsa van de Loo is een advocate gespecialiseerd in het onderwijsrecht, specifiek op het gebied van gelijke behandeling en passend onderwijs. Daarnaast houdt zij zich bezig met het huurrecht, andere civiele zaken en heeft zij een achtergrond in mensenrechten. In dit interview zullen we kijken hoe zij onder andere omgaat met obstakels in het sociale recht, hoe zij haar studententijd heeft benut met nevenactiviteiten en waar zij momenteel mee bezig is. Aan de hand van een aantal vragen, neemt Elsa ons mee in haar succesverhaal naar de top.
Waarom komt jouw interesse voor het recht vandaan?
“Ik heb rechten gestudeerd. Eerst als hbo-opleiding en later aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Toen ik mijn hbo-opleiding volgde kon ik een minor volgen in het internationaal recht en dat heeft bij mij de interesse in mensenrechten aangewakkerd. Het was een combinatie van deze minor en andere vakken die waren gerelateerd aan mensenrechten, die mijn interesse hebben gevormd.
Ook ben ik afgereisd naar Kenia en was toen getuige van een stammenconflict. Dat ging tussen de Masai en een andere stam. Voor mij riep dit een rechtsvraag op: ‘Water, wie heeft daar recht op? Is water überhaupt een mensenrecht?’. Vervolgens heb ik mij voornamelijk beziggehouden met mensenrechten, specifiek gericht op het recht op water en daar mijn scriptie over geschreven. Op de VU heb ik een master Transnational Legal Studies gevolgd. Na mijn studie ben ik gaan werken bij het College voor de Rechten van de Mens. Het College is een toezichthouder op mensenrechten in Nederland. De kriebel om advocaat te worden bleef echter. Ik wist nog niet hoe ik die twee moest combineren; Mijn passie voor mensenrechten en de wens om de advocatuur in te gaan. Ik heb dit gedaan door mij meer te richten op zaken waar grondrechten in spelen. Zo heb ik dan toch een manier gevonden om mijn passie voor die twee werelden te combineren; door 4 jaar geleden mijn eigen advocatenkantoor te beginnen.”
“Zo heb ik dan toch een manier gevonden om mijn passie voor die twee werelden te combineren; door 4 jaar geleden mijn eigen advocatenkantoor te beginnen.”
Wanneer ben je voor het eerst in aanmerking gekomen met het recht?
“Ik wist al op jonge leeftijd dat ik advocaat wilde worden. Na de havo wist ik dat ik rechten wilde studeren. De voornaamste reden voor deze keuze was dat de advocatuur mij als vakgebied heel erg aansprak. Ik vond debatteren leuk; kijken naar verschillende perspectieven, achterhalen wie er gelijk heeft en partijbelangen behartigen. Al deze aspecten van de advocatuur vind ik enorm interessant. Het recht is geen statisch iets, het is geen wetenschap. Het is niet of het één of het ander. Het is maar net hoe je ernaar kijkt en hoe je het beargumenteert.”
Wat heb je naast je studie gedaan om praktijkervaring op te doen?
“Tijdens mijn hbo heb ik stage gelopen bij een klein advocatenkantoor en daarna mijn scriptie geschreven over water als een mensenrecht. Na mijn scriptie te hebben afgerond zag ik een vacature voor VN-jongerenvertegenwoordiger. Ik heb mij hier toen voor aangemeld met het streven om dieper in te gaan op het onderwerp van mijn scriptie. Tijdens mijn eerste jaar op de universiteit heb ik campagne gevoerd en nadat ik verkozen was, was ik veel op stap. Omdat ik heel druk bezig was met mijn taken als jongerenvertegenwoordiger, heb ik niet veel lessen gevolgd en alleen tentamens gemaakt. Nadat ik in oktober 2009 was verkozen als jongerenvertegenwoordiger, heb ik kennis mogen maken met de VN en de instituties in New York. Het zijn van jongerenvertegenwoordiger duurt 2 jaar en in het 2e jaar heb je een begeleidende rol waardoor ik mij iets meer kon focussen op mijn studie. Als jongerenvertegenwoordiger geef je ook gastcolleges en je spreekt met jongeren in Nederland, waardoor het een drukke periode was. Uiteindelijk heb ik nooit een werkgroep kunnen volgen op de Vrije Universiteit Amsterdam tijdens mijn bachelor, maar heb wel al mijn tentamens gehaald. Als nevenactiviteit ben ik in mijn derde jaar bestuurslid geworden van de Islamitische Studentenvereniging Amsterdam (SV ISA) die toen nog in oprichting was. In de periode tussen mijn bachelor en master heb ik mijn dochter gekregen, waardoor ik niet meer veel nevenactiviteiten heb kunnen doen. Wel heb ik naast mijn studie zo’n 20 uur per week gewerkt bij een kantoor op de Zuidas als secretaresse. Voor mij is het nooit een ‘cv-kwestie’ geweest; dat ik puur en alleen mijn cv wou opvullen. Nee, het ging mij om wat ik uit zo’n werkervaring kon halen en wat ik kon leren.
Ik wist al snel wat ik wilde gaan doen omdat ik al best veel ervaring had. Ik had gewerkt en stage gelopen bij zowel een klein als groot advocatenkantoor. Zo heb ik kunnen vergelijken en beoordelen wat wel en niet bij mij past. Daarnaast heb ik door mijn ervaring als jongerenvertegenwoordiger mogen ervaren hoe het is om bij een NGO (Niet-gouvermentele organisatie) te werken; soms werk je heel hard en krijg je er relatief weinig voor terug. Toezichthouder zijn bij een mensenrechteninstituut was ideaal voor mij. Tot slot is praktijkervaring ook belangrijk om te achterhalen welke kant je op wil, of welke richting in ieder geval niet.”
“Voor mij is het nooit een ‘cv-kwestie’ geweest; dat ik puur en alleen mijn cv wou opvullen. Nee, het ging mij om wat ik uit zo’n werkervaring kon halen en wat ik kon leren.”
Grote en kleine kantoren; wat zijn de verschillen?
“Het soort zaken verschilde enorm. Uiteindelijk sprak het mij meer aan om kleinschalig te werk te gaan om zo meer verbonden te raken met mijn cliënten. Ik denk dat je jezelf bij een klein advocatenkantoor meer kunt ontwikkelen. Je krijgt daar namelijk een zaak en gaat deze van A tot Z af. Zo leer je het hele proces kennen. Zaken bij grootschalig kantoren zijn daarentegen zodanig groot dat ze opgesplitst worden in kleinere delen.”
Waar ben jij in gespecialiseerd?
“Ik heb een achtergrond in mensenrechten en gelijkebehandelingsrecht. In mijn praktijk houd ik mij bezig met onderwijsrecht, specifiek op het gebied van gelijke behandeling en passend onderwijs. Daarnaast houd ik mij bezig met huurrecht en andere civiele zaken.”
Geschreven door: Hilal Gül