NILS Talks: Natuur in nood door invasieve exoot

Wetenschappers in binnen- en buitenland luidden al jaren de noodklok, zo ook mr. dr. Arie Trouwborst, universitair hoofddocent Milieurecht en prof. dr. mr. Han Somsen, hoogleraar Europees recht, beiden verbonden aan de Universiteit Tilburg. Zij bepleitten dat het internationaal natuurbeschermingsrecht ons verplicht in te grijpen. Wat sluipt er rond in onze natuur, wat voor een schade richt het aan en dwingt de wet ons werkelijk tot ingrijpen?

Natuurgebied of onbeperkt buffet?

Schiermonnikoog, een bedevaarts- en toevluchtsoord voor menig vogelaar en vogelsoort dat begin deze eeuw werd aangewezen als beschermd natuurgebied onder zowel het Ramsar verdrag als de Habitatrichtlijn. Toch vallen op dit eiland ieder jaar 6.000 vogels, inclusief 25% van de broedende vogelpopulatie, ten prooi aan dit roofdier. Op Texel doodt het jaarlijks in totaal 50.000 dieren en daarom is op beide eilanden overgegaan tot actie. Helaas beperkt het jachtgebied zich niet enkel tot de Waddeneilanden. Onduidelijk is om hoeveel slachtoffers het gaat. Bioloog en auteur Koos Dijksterhuis stelt dat er ieder jaar 100 miljoen vogels worden gepakt door deze uitheemse carnivoor terwijl Ykje Vriesinga, column NRC-redacteur, beweert dat het om slechts 17 miljoen vogels gaat. Desalniettemin vertaalt de laagste schatting zich naar 32 vogels per minuut volgens prof. dr. ir. Chris Smit, associate Professor in Ecologie en Natuurbeheer aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het gevaar dreigt echter niet slechts voor vogels – ook zoogdieren, reptielen, amfibieën en ongewervelden staan op het menu. Niets is veilig en jaarlijks doodt deze predator waarschijnlijk 141 miljoen dieren. 

“Toch vallen op dit eiland ieder jaar 6.000 vogels, inclusief 25% van de broedende vogelpopulatie, ten prooi aan dit roofdier.”

Geen ontkomen aan 

Ook buiten Nederland lijkt de soort catastrofale impact te hebben. Aan de overkant van het Kanaal bleek dat het roofdier in ieder geval op 20 soorten zoogdieren, 44 vogelsoorten, 4 reptielensoorten en 3 soorten amfibieën jaagt. Het onderzoek doet vermoeden dat de geïntroduceerde Engelse, Schotse en Welshe populatie jaarlijks 57 miljoen zoogdieren, 27 miljoen vogels en 5 miljoen reptielen en amfibieën naar haar burchten sleept. Bedenk vervolgens dat dit slechts met 10 tot 20% van de prooien wordt gedaan.  

Aan de andere kant van de oceaan berekende dr. Peter P. Marra, ecoloog en voormalig directeur van het Smithsonian Migratory Bird Center, dat er in de Verenigde Staten jaarlijks gemiddeld 2,65 miljard vogels, 14,3 miljard zoogdieren, 540 miljoen reptielen en 197 miljoen amfibieën door het roofdier worden verschalkt. Hun effect overstijgt daarmee het totaal van iedere andere oorzaak voor vogelsterfte. Ook in Canada is, zelfs wanneer men uitgaat van de laagste schattingen, predatie door dit roofdier de voornaamste mens-gerelateerde reden voor vogelsterfte en worden jaarlijks 377 miljoen vogels en 649 miljoen reptielen in Australië gegrepen. 

Mondiaal worden 367 diersoorten zelfs met uitsterven bedreigd door de invloed van dit roofdier. Een schrijnend voorbeeld van hun impact is een voorval uit 2012. Nadat een aantal roofdieren een omheind natuurgebied wist binnen te dringen, doodden zij alle Grote langoorbuideldassen in het reservaat – en daarmee bijna 15% van de volledige populatie op aarde. 

“Hun effect overstijgt daarmee het totaal van iedere andere oorzaak voor vogelsterfte.”

Op is op, weg is weg

Echter, bij enkel het bedreigen van populaties blijft het niet. Een onderzoek uit 2004 onderschrijft dat de soort verantwoordelijk is voor het uitsterven van de Stephens-eilandrotswinterkoning. In totaal wordt de soort zelfs aangemerkt als hoofdoorzaak voor het uitsterven van 40 vogelsoorten, 21 zoogdiersoorten en twee reptielensoorten en is daarmee verantwoordelijk voor 26% van alle recente uitstervingen. Dit maakt het de op twee na schadelijkste invasieve soort ter wereld. De vraag is nu of er reden is om in te grijpen en het laten rondsluipen van deze soort in strijd is met wet- en regelgeving? Volgens onder andere Trouwborst en Somsen dwingt Europese en internationale wet- en regelgeving ons ertoe deze conclusie te trekken. 

Een invasieve exoot 

De Conferentie van Partijen, een orgaan van de Verenigde Naties onder het Biodiversiteitsverdrag, kwalificeert een invasieve exoot als een soort die zich door toedoen van de mens heeft uitgebreid buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied en de biologische diversiteit op de nieuwe locatie schaadt. Gezien het voorgaande en het feit dat het dier überhaupt geen natuurlijk verspreidingsgebied heeft, is het volgens rechtswetenschappers te verdedigen dat de soort kwalificeert als invasieve exoot.

Internationale wet- en regelgeving

Vervolgens stellen zowel het Biodiversiteitsverdrag als de Afrikaans-Euraziatische overeenkomst over watervogels (hierna: AEWA) dat de aangesloten partijen een inspanningsverplichting hebben om het intreden van invasieve soorten en de door hen veroorzaakte schade te voorkomen, beheersen of teniet te doen. Daarnaast zouden de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, de Conventie van Ramsar, het Verdrag van Bonn en de UNESCO Overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld uit 1972 handvatten bieden. De Verenigde Naties maakte in haar Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen namelijk kenbaar het verlies aan biodiversiteit een halt te willen toeroepen, de Conventie van Ramsar en de UNESCO overeenkomst verplichten onder andere tot behoud en bescherming van natuurgebieden en tot slot verbiedt het Verdrag van Bonn het opzettelijk doden en onttrekken van wilde dieren aan de populatie. 

“In totaal wordt de soort aangemerkt als hoofdoorzaak voor het uitsterven van 40 vogelsoorten, 21 zoogdiersoorten en twee reptielensoorten en is daarmee verantwoordelijk voor 26% van alle recente uitstervingen.”

De EU-natuurrichtlijnen

In hun publicatie zetten Trouwborst en Somsen uiteen hoe specifiek de Vogel- en Habitatrichtlijn, samen ook wel de EU-natuurrichtlijnen genoemd, dienen te worden gelezen ten aanzien van de soort in kwestie. Zij concluderen dat beide richtlijnen vereisen dat lidstaten zich richten op de bedreiging, zwervende individuen moeten worden verwijderd en lidstaten een verbod op loslopende individuen moeten gaan handhaven. Hun juridische argumentatie is in hoofdlijnen als volgt. 

De Habitatrichtlijn stelt dat lidstaten de opzettelijke introductie van invasieve exoten dienen te verbieden, maatregelen nemen die ertoe strekken dat de kwaliteit van de aangewezen speciale beschermingszones niet verslechtert én soorten waarvoor het zones zijn aangewezen niet zodanig worden gestoord dat populaties in het gebied over de lange termijn zullen afnemen. Lidstaten zijn gehouden daarin preventief op te treden en zo het opzettelijk doden en verstoren te voorkomen. In deze context moet opzet worden gelezen als het handelen dan wel nalaten met de bewuste acceptatie en wetenschap van mogelijke consequenties. In tegenstelling tot het Biodiversiteitsverdrag en de AEWA, is het behoud en herstel van populaties onder de Habitatrichtlijn wél een resultaatsverbintenis. Volgens Trouwborst en Somsen volgt hieruit dat lidstaten op basis van de Habitatrichtlijn verplicht zijn in te grijpen wanneer de invasieve exoot de soorten waarvoor de speciale beschermingszones zijn aangewezen nadelig beïnvloedt. 

“Zij concluderen dat beide richtlijnen vereisen dat lidstaten zich richten op de bedreiging die de soort vormt voor de biodiversiteit, zwervende individuen die een bedreiging vormen moeten worden verwijderd en lidstaten een verbod op loslopende individuen moeten gaan handhaven.”

Ook de Vogelrichtlijn lijkt lidstaten een gelijksoortige verplichting op te leggen: lidstaten moeten alle nodige maatregelen nemen om de vogelpopulaties te herstellen en behouden. Daarnaast is het onder andere verboden vogels opzettelijk te doden, vangen of storen en moeten lidstaten hiertoe adequate, preventieve beschermingsmaatregelen treffen. Ook hier dient het opzetvereiste volgens Trouwborst en Somsen, gelet op de rechterlijke interpretatie van beide richtlijnen, hun gelijksoortige formulering en eerdere rechtspraak, te worden gelezen als handelen of nalaten met de bewuste acceptatie van kenbare gevolgen. 

Het voorzorgsprincipe

Het uitsterven van een diersoort zal in de meeste gevallen echter niet volledig voor rekening komen van een invasieve exoot. De daadwerkelijke reden voor de achteruitgang van populaties en het uitsterven van soorten is vaak gecompliceerder en multicausaal. Daarnaast zijn de genoemde cijfers slechts schattingen en zal het concrete aantal dieren dat jaarlijks worden gedood door de invasieve exoot altijd aan speculatie onderhevig blijven. Onduidelijkheid neemt echter niet weg dat er gehandeld moet worden. Zelfs wanneer de omvang of het intreden van schadelijke gevolgen niet volledig kan worden vastgesteld, dienen desalniettemin preventieve of herstelmaatregelen te worden genomen. Sterker nog, de wetenschappelijke onzekerheid ten aanzien van de mogelijke schade die een exoot teweeg kan brengen, mag volgens de Conferentie van Partijen niet leiden tot het uitstellen of nalaten van maatregelen. 

Feit blijft namelijk dat weidevogelpopulaties al decennia achteruitgaan. Neem de nationale vogel van Nederland; de Grutto, wiens populatie ieder jaar met 5% krimpt of de Kuifleeuwerik, die dertig jaar geleden nog talrijk was maar nu hoogstwaarschijnlijk als Nederlandse broedvogel is uitgestorven. Ook onze stadsvogels beginnen te verdwijnen: 13 van de 20 stadsvogelsoorten nemen in aantallen af. Dat is deels te verklaren door de aanwezigheid van deze invasieve exoot. Immers, uit onderzoek blijkt dat wanneer slechts 1% van de vogelsterfte voor rekening komt van dit roofdier, zangvogelpopulaties in een stad desalniettemin met 95% kunnen afnemen door de angst die het hen aanjaagt. Toch moeten wij de hoop niet laten varen. In Nederland voert de Bond van Friese Vogelwachten al enkele jaren een bewustwordingscampagne en zijn zowel de Vogelbescherming als Staatsbosbeheer dit jaar achter deze campagne gaan staan.

“Sterker nog, de wetenschappelijke onzekerheid ten aanzien van de mogelijke schade die een exoot teweeg kan brengen, mag volgens de Conferentie van Partijen niet leiden tot het uitstellen of nalaten van maatregelen.”

Waar een wet is, moet een wil zijn

Vorig jaar is een belangenorganisatie een proefproces begonnen om dit juridische vraagstuk voor te leggen aan een rechter en verzocht toenmalig demissionair minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, preventief in te grijpen. Dit handhavingsverzoek is onlangs echter afgewezen door onze nieuwe minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal-Zeggelink. Vanwaar de schijnbare onwelwillendheid vanuit Den Haag om dit probleem aan te pakken? Wellicht dat het antwoord hem zit in de vertederende ogen van het roofdier, haar zacht gespin en baasjes die moord-en-brand zullen schreeuwen wanneer hun lieveling niet meer naar buiten mag. Het roofdier in kwestie? Felis catus, beter bekend als de huiskat. 

Geschreven door: S. L. van Muiswinkel

Commissaris van NILS Netherlands

Foto via: pixabay. 

[1] A. Trouwborst & H. Somsen, ‘Domestic Cats (Felis catus) and European Nature Conservation Law – Applying the EU Birds and Habitats Directives to a Significant but Neglected Threat to Wildlife’, Journal of Environmental Law 2020-32, p. 391-415.

[2] T. op de Hoek, M. Schrama & C. Smit, ‘Verwilderde Katten op Schiermonnikoog’, De Levende Natuur 4-2013, p. 114.

[3] NOS, ‘Texel jaagt op zwerfkatten, die jaarlijks 50.000 dieren doden’, (NOS.nl, 21 september 2020), geraadpleegd via https://nos.nl/artikel/2349289-texel-jaagt-op-zwerfkatten-die-jaarlijks-50-000-dieren-doden; Omrop Fryslân, ‘Verwilderde katten weggehaald van Schiermonnikoog’, (OmropFryslân.nl, 17 januari 2022), geraadpleegd via https://www.omropfryslan.nl/nieuws/1122505-verwilderde-katten-weggehaald-van-schiermonnikoog.

[4] Y. Vriesinga, ‘NRC checkt: ‘Nederlandse katten doden jaarlijks 100 miljoen vogels’, (NRC.nl, 6 februari 2018), geraadpleegd via https://www.nrc.nl/nieuws/2018/02/06/nrc-checktnederlandse-katten-doden-jaarlijks-100-miljoen-vogels-a1591122?t=1652028816.

[5] RTL Nieuws, ‘Proefproces om katten altijd binnen te houden: ’32 vogels per minuut gedood’, (RTLNieuws, 13 september 2020), geraadpleegd via https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5183435/proefproces-om-katten-binnen-te-houden-vogels-ecoloog-chris-smit#:~:text=De%20kat%20is%20veel%20gevaarlijker,minuut%20gedood%2C%20rekent%20Smit%20voor..

[6] W. Knol, ‘Verwilderde Huiskatten: Effecten op de Natuur in Nederland’, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging 2015, (Rapport Nr. 15-01).

[7] M. Woods, R. A. McDonald & S. Harris, ‘Predation of wildlife by domestic cats Felis catus in Great Britain’, Mammal Review 2003-33, p. 174–188.

[8] K. A. T. Loyd e.a., ‘Quantifying free-roaming domestic cat predation using animal-borne video cameras’, Biological Conservation 2013-160, p. 183–189; D. Krauze-Gryz, J. Gryz & M. Żmihorski, ‘Cats kill millions of vertebrates in Polish farmland annually’, Global Ecology and Conservation 2019, p. 17.

[9] S. R. Loss, T. Will & P. P. Marra, ‘The Impact of Free-Ranging Domestic Cats on Wildlife of the United States’, Nature Communications 2013-4, p. 1396.

[10] T. Longcore e.a., ‘An estimate of avian mortality at communication towers in the United States and Canada’, 2012; Loss, Will & Marra (2013); S. R. Loss, T. Will & P. P. Marra, ‘Direct mortality of birds from anthropogenic causes’, Annual Review of Ecology, Evolution, and Systematics 46-2015, p. 99–120.

[11] P. P. Blancher, ‘Estimated number of birds killed by house cats (Felis catus) in Canada’, Avian Conservation Ecology 2013; J. C. Z. Woinarski e.a., ‘How Many Birds Are Killed by Cats in Australia?’, Biological Conservation 2017; J. C. Z. Woinarski e.a., ‘How Many Reptiles Are Killed by Cats in Austrlia?’ Wildlife Research 2018.

[12] A. Trouwborst, P. C. McCormack & E. M. Camacho, ‘Domestic cats and their impacts on biodiversity: A blind spot in the application of nature conservation law’, People and Nature 2-2020, p. 235-250.

[13] J. R. Platt, ‘3,000 feral cats killed to protect rare Australian bilbies’, Scientific America 2013.

[14] R. Galbreath & D. Brown, ‘The tale of the lighthouse keeper’s cat: Discovery and extinction of the Stephens Island wren (Traversia lyalli)’, Notornis 51-2004, p. 193–200.

[15] T. S. Doherty e.a., ‘Invasive predators and global biodiversity loss’, Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America 113-2016, p. 11261–11265.

[16] C. Bellard, P. Genovesi & J. M. Jeschke, ‘Global patterns in threats to vertebrates by biological invasions’, Proceedings of the Royal Society B: Biological Sciences 283-2016.

[17] Trouwborst & Somsen; Trouwborst, McCormack & Camacho.

[18] CBD COP 6, Decision VI/23: ‘Alien species that threaten ecosystems, habitats or species’, 2002.

[19] Trouwborst, McCormack & Camacho.

[20] Artikel 8 sub h Biodiversiteitsverdrag; AEWA Annex 3 para. 2.5.1./2.5.3.; Trouwborst, McCormack & Camacho.

[21] United Nations, ‘Transforming our world: The 2030 Agenda for Sustainable Development’, Resolution a/RES/70/1, 2015; Trouwborst, McCormack & Camacho; Artikel III lid 5 jo. artikel I lid 1 sub i Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten.

[22] Trouwborst en Somsen.

[23] Artikel 22 sub b jo. artikel 6 lid 1 en lid 2 Habitatrichtlijn; Europese Commissie, ‘Managing Natura 2000 Sites: The Provisions of Article 6 of the “Habitats” Directive 92/43/EEC’, (European Commission 2018); HvJEU C–404/09 Commission v Spain [2011] ECR I–11853; Hendrik Schoukens, ‘Ongoing Activities and Natura 2000: Biodiversity Protection vs Legitimate Expectations?’, Journal for European Environmental and Planning Law 1-2014.

[24] Artikel 12 lid 1 sub a en b Habitatrichtlijn; Trouwborst & Somsen; HvJEU C–518/04 Commission v Greece [2006] ECR I–42; HvJEU C–183/05 Commission v Ireland [2007] ECR I–137; HvJEU C–383/09 Commission v France [2011] ECR I–4869; HvJEU Case C–340/10 Commission v Cyprus [2012] ECLI:EU:C:2012:143; HvJEU C–340/10 Commission v Cyprus [2012] ECLI:EU:C:2012:143; HvJEU C–103/00 Commission v Greece [2002] ECR I–1147.

[25] Noot A-G Kokott, C–6/04 Commission v United Kingdom [2005] ECR I–9020, para. 118; HvJEU C–221/04 Commission v Spain [2006] ECR I–4515; Trouwborst en Somsen.

[26] HvJEU C–96/98 Commission v France [1999] ECR I–8531; HvJEU C–117/00 Commission v Ireland [2002] ECR I–5335; HvJEU C–301/12 Cascina Tre Pini [2014] ECLI:EU:C:2014:214.

[27] Trouwborst & Somsen.

[28] Artikel 2 Vogelrichtlijn.

[29] Artikel 5 sub a en d Vogelrichtlijn; Trouwborst & Somsen; HvJEU C–441/17 Commission v Poland [2018] ECLI:EU:C:2018:255, para. 252.

[30] Trouwborst en Somsen; HvJEU 412/85 Commission v Germany [1987] ECR 3503.

[31] Trouwborst, McCormack & Camacho.

[32] CBD COP 6, Decision VI/23: ‘Alien species that threaten ecosystems, habitats or species’, 2002.

[33] Natuurmonumenten, ‘Grutto’, (Natuurmonumenten.nl), geraadpleegd via https://www.natuurmonumenten.nl/dieren/grutto#:~:text=In%20Noordwest%2DEuropa%20nestelt%20liefst,dat%20gedaald%20tot%2031.000%2D38.000; Vogelbescherming Nederland, ‘Kuifleeuwerik’, (Vogelbescherming.nl), geraadpleegd via https://www.vogelbescherming.nl/ontdek-vogels/kennis-over-vogels/vogelgids/vogel/kuifleeuwerik.

[34] Compendium voor de Leefomgeving, ‘Fauna van stedelijk gebied, 1990-2018’, (CLO.nl, 31 maart 2020), geraadpleegd via https://www.clo.nl/indicatoren/nl1585-trend-fauna-stad.

[35] A. P. Beckerman, M. Boots & K. J. Gaeston, ‘Urban Bird Declines and the Fear of Cats’, Animal Conservation 10-2007, p. 320.

[36] RTL Nieuws, ‘Oproep Vogelbescherming: ‘Houd je kat komende 2 maanden binnen’, (RTLNieuws.nl, 14 april 2022), geraadpleegd via https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5302083/katten-binnen-snachts-vogels-weidevogels-vogelbescherming.

[37] Stichting Huiskat Thuiskat, ‘Update handhavingsverzoek’, (HuiskatThuiskat.nl), geraadpleegd via http://huiskatthuiskat.nl/update-handhavingsverzoek/.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *