NILS Talks: Klimaatzaak 2.0

https://www.flickr.com/photos/milieudefensie/16763518331/in/photostream/ Original picture, by Milieudefensie

Het klimaat is over het algemeen altijd een politiek gerelateerde issue geweest, waar de rechtbanken zich niet over hoefden te ontfermen. Daar kwam verandering in met de Klimaatzaak van Urgenda, een zaak die nog door de Hoge Raad onder de loep moet worden genomen. Wereldwijd begint een trend te ontstaan van burgers die hun overheden via rechtbanken proberen verantwoordelijk te houden voor het gebrek aan maatregelen die klimaatverandering terug dwingen. Afgelopen donderdag werd een dagvaarding aangeboden bij Shell, wat de start markeert van een nieuwe, en nog specialere klimaatzaak.

De dagvaarding die werd aangeboden is een initiatief van Milieudefensie. Het is niet zomaar een dagvaarding: de namen van zes organisaties en 17.379 mede-eisers. Het is niet de eerste keer dat Shell wordt aangeklaagd voor hun impact op het milieu. In 2008 en 2016 is Shell respectievelijk aangeklaagd in Nederland en in het Verenigd Koninkrijk vanwege olielekken en vervuiling in Nigeria. In de Nederlandse zaak kreeg een van de drie Nigeriaanse aanklagers gelijk, zowel Shell als de aanklagers gingen in hoger beroep. In het Verenigd Koninkrijk besloot het Hof van Beroep dat het niet over de zaak kon beslissen omdat de feiten in Nigeria plaatsvonden, maar de Hoge Raad moet nog een uitspraak gaan doen. In 2015 schikte Shell in een andere Engelse zaak voor 70 miljoen euro met boeren wiens land onbruikbaar was geworden door hetzelfde olie-lek. De huidige klimaatzaak verschilt echter aanzienlijk van deze twee zaken, omdat het dit keer niet om een specifiek geval of om schadevergoeding gaat, maar om Shell’s algemene aandeel in klimaatverandering. Milieudefensie roept Shell op om de schade dat ze aan het milieu aanbrengt, te stoppen.

Milieudefensie’s claim is dat Shell onrechtmatig handelt, omdat het een gevaar veroorzaakt en geen maatregelen neemt dit te voorkomen. Een belangrijke vraag is dus of klimaatverandering een groot genoeg gevaar is om Shell verantwoordelijk te houden voor haar aandeel hierin. Dat klimaatverandering gevolgen heeft voor mensenrechten staat vast. Zo verwacht de Internationale Organisatie voor Migratie bijvoorbeeld dat rond 2050, 200 miljoen mensen hun woonplaats zullen moeten verlaten vanwege klimaat-gerelateerde oorzaken. Sommige groepen pleiten dat klimaatverandering een natuurlijk fenomeen is. Als dit zo is, zou de zaak tegen Shell geen nut hebben. Een overgrote meerderheid van de wetenschappelijke gemeenschap laat echter zien dat deze natuurlijke klimaatverandering wel degelijk wordt verergerd door menselijk toedoen. Maar wat is Shell’s aandeel hierin?

Sinds 1988 is Shell verantwoordelijk voor ongeveer 2% van de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd. Dat is een stuk meer dan de uitstoot van de Nederlandse staat, die in de Urgenda zaak op haar vingers werd getikt, omdat het niet genoeg doet om uitstoot terug te dringen. Het is dus logisch te redeneren dat als Shell zo’n groot aandeel hierin heeft, het bedrijf beter zijn best moet doen om hun aandeel te verminderen – bijvoorbeeld door de overstap te maken naar de ‘schone’ energiesector in plaats van de olie-industrie. Toch zal voor Shell een argument zijn dat als zij de olie niet uit de grond halen, een ander bedrijf het wel doet. Ook is het discutabel wat Shell’s verplichtingen zijn met betrekking tot het klimaat. Nederland kon verantwoordelijk worden gehouden in de Urgenda zaak, omdat het in het Akkoord van Parijs de afspraak had gemaakt binnen een limiet te blijven. Dit Akkoord heeft echter geen direct effect op Shell: zolang Nederland, Shell niet verplicht is om zich aan bepaalde limieten te houden, zal dit dus geen logische juridische basis zijn. Daarom baseert Milieudefensie zich op gevaarzetting en onrechtmatig handelen. Omdat Shell wist wat de gevaren zijn van klimaatverandering, had het zich moeten aanpassen. Dit is een stuk ingewikkeldere claim dan die in de Urgenda zaak, aangezien Shell niet gebonden wordt door specifieke rechtsregels over limieten van broeikasuitstoot. Bovendien neemt Shell kleine stappen om hun support voor het Akkoord van Parijs te laten zien: het zegt bijvoorbeeld uit een grote olie-lobby groep te stappen, omdat ze het niet eens zijn over het klimaatbeleid en past zijn beleid aan. De aandeelhouders van Shell en soortgelijke bedrijven kunnen verantwoordelijkheid nemen door snellere transities af te dwingen.

De rechter bevindt zich dus in een lastig parket: vanuit een maatschappelijk standpunt is het wenselijk om te zorgen dat bedrijven als Shell ook hun steentje bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering. Vanuit een juridisch standpunt is het echter een moeilijke zaak, aangezien dit meer een taak is voor de politiek. Als de rechter de eisen van Milieudefensie verwerpt, zal het aan ons zijn om druk uit te oefenen op de politiek zodat zij strengere eisen op zullen stellen voor het bedrijfsleven. Ook dit zal lastig zijn zolang andere landen hier niet in meegaan: voor bedrijven is het dan simpelweg een kwestie van verhuizen naar een land waar de regels soepeler gesteld zijn. Uiteindelijk is het dus veel belangrijker dat landen hun verschillen opzij zetten om te zorgen dat wereldwijd het klimaatbeleid even streng is. Met klimaatsceptici als Bolsonaro en Trump zal dit helaas moeilijk blijven.

Geschreven door Janna van Wermeskerken