NILS Talks: Palestine v USA

De Potentie van de Palestijnse Zaak voor het Internationaal Gerechtshof

Zonder twijfel is de zaak van Palestina tegen de Verenigde Staten de meest controversiële zaak die dit jaar voor het Gerechtshof is gestart. Het Internationaal Gerechtshof is namelijk alleen open voor staten en de vraag of Palestina volgens internationaal recht een staat vormt is tot dusver onbeantwoord gebleven door het Hof. Eenmaal eerder heeft het Hof zich uit moeten spreken in een zaak verwant aan Palestina: de zogenaamde ‘Wall Opinion.’ Dit was echter een advies van het Hof zonder bindend effect, aangevraagd door de Algemene Vergadering van de VN en niet door Palestina zelf. Het heeft destijds daardoor geen uitspraak hoeven doen over het erkennen van Palestina als staat.

Het Hof kan de vraag of Palestina juridische status heeft op verschillende manieren bekijken.  De traditionele manier is aan de hand van de zogenaamde Montevideo criteria: stabiele bevolking, gedefinieerd grondgebied, overheid en het vermogen om betrekkingen tot stand te brengen met andere staten. Het is lastig om in te schatten of Palestina aan deze vier criteria voldoet, aangezien er geen vast raamwerk is om dit te beoordelen. Aan de ene kant lijkt het mogelijk om de eerste drie criteria af te strepen, maar de vraag of Palestina voldoende in staat is om eigen internationale betrekkingen te onderhouden, is moeilijk doordat veel landen vanwege politieke redenen zich niet met Palestina bemoeien.

Het Hof zou ook kunnen kiezen voor een test van omstandigheden, wat gunstiger voor Palestina zou zijn, maar tegelijkertijd controversieel is. Zo is Palestina sinds 2012 bijvoorbeeld een ‘non-member observer state’ binnen de VN. Deze reden is in 2015 gebruikt door de aanklager van het Internationaal Strafhof om Palestina als staat te zien voor een onderzoek te starten naar oorlogsmisdaden. Alhoewel het Internationaal Gerechtshof zich hier niet aan hoeft te houden, zullen de rechters van het Hof zich zeker bewust van deze beweging zijn.

Veel sceptici opperen dat de zaak überhaupt geen zin heeft vanwege het feit dat de VS Palestina niet als staat erkent. Toch zou dit op de vraag over de juridische status van Palestina geen invloed moeten hebben. Erkenning van andere staten is namelijk niet constitutief maar declaratoir voor de juridische status van een land. Het lijkt in ieder geval onwaarschijnlijk dat het Hof de vraag van Palestina’s juridische status volledig kan negeren. Alhoewel het niet zeker is of de zaak de inhoudelijke fase bereikt, is het wel waarschijnlijk dat deze zaak een grote impact zal hebben op de interpretatie van wanneer binnen internationaal recht er gesproken kan worden van een staat. De zaak is dus niet alleen cruciaal voor Palestina, maar ook voor alle andere nieuwe staten of gebieden zoals Schotland en Catalonië.

Geschreven door: Janna van Wermeskerken