Moord of zelfmoord?
Ahmed Timol was een leraar en activist in de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika. In 1971 is hij gearresteerd en na een paar dagen is hij, onder politietoezicht, overleden. Hij is namelijk van de tiende verdieping van het politiebureau naar beneden gevallen. Naar buiten toe werd door de politie verklaard dat Timol zelf uit het raam was gesprongen, maar zijn familie gelooft dit verhaal niet. Ook vele anderen die enigszins verstand hebben van de praktijken gedurende de apartheid denken dat de politie hem heeft vermoord.
In 1972 is het eerste onderzoek naar de doodsoorzaak geweest, maar de conclusie was dat Ahmed Timol zelfmoord had gepleegd en dat er niemand verantwoordelijk gehouden kon worden voor zijn dood.
In de jaren na Timols dood heeft zijn familie geprobeerd om antwoorden te krijgen op haar vragen. Zo heeft zij een procedure gestart bij de Truth and Reconciliation Commission (TRC) van Zuid-Afrika. Deze is een commissie die is opgericht in het licht van de apartheid. Slachtoffers en nabestaanden hadden hier de mogelijkheid om hun verhaal te delen. Het statement dat de nabestaanden van Ahmed hebben afgelegd, is hier te vinden.
Op 3 juni jl. is er een uitspraak geweest in de zaak die in 2018 is begonnen. In 2017 is er namelijk een nieuw onderzoek geweest waaruit is gebleken dat Ahmed Timol inderdaad is vermoord. Zo was vastgesteld dat de verwondingen die hij had voordat hij overleed te heftig waren om überhaupt te kunnen lopen.
De verdachte politieagent is Joao Rodrigues, die als enige aanwezig was in de kamer waarin Timol verbleef toen hij overleed. Rodrigues vroeg om niet vervolgd te worden, omdat zijn ouderdom ervoor zorgt dat hij zich bepaalde gebeurtenissen niet helder voor de geest kan halen of kan uitleggen. De rechtbank is hier niet mee akkoord gegaan. Er moet namelijk worden gekeken naar de maatschappelijke behoefte naar het verantwoordelijk houden van daders van zware strafbare feiten, maar ook de historische context waarin dit strafbare feit moet worden geplaatst, is heel erg van belang. Zijn fysieke/mentale toestand doet hier niet aan af en zal, als deze concreet vast te stellen is, een factor zijn bij het bepalen van de straf(maat).
Verder had hij ook naar voren gebracht dat het onderzoek uit 2017 ook nog de mogelijkheid heeft geboden dat hij enkel wat te maken zou hebben gehad met de moord en dus niet per sé dat hij degene is die het daadwerkelijk had gedaan. Ook op grond hiervan bestaat er geen reden om Rodrigues niet te vervolgen.
De zaak die zal volgen, zal een belangrijke zijn voor nabestaanden, andere slachtoffers en de rest van de maatschappij. Er wordt hiermee afbreuk gedaan aan het niet straffen van gruweldaden tijdens de apartheid. De rechtbank stelt dat het moeilijk zal worden; niet zozeer juridisch, maar omdat het land moet graven in zijn pijnlijke geschiedenis.
Geschreven door: Augustina Wamulume