NILS Talks: Een gedachte-experiment

https://pixabay.com/images/id-4937553/

Ons land is al weken in de ban van het covid-19 virus, wat een infectie in de longen kan veroorzaken. Een vraag die in de afgelopen weken vaak gesteld is hoe onze samenleving eruit zal zien na deze pandemie? In de afgelopen weken zijn veel (opinie)stukken verschenen. Enerzijds over radicale veranderingen die ons mogelijk te wachten staan. Anderzijds over hoe vastgeroest onze patronen zijn en hoe snel alles na de pandemie weer zal zijn zoals vroeger. Ik ga mij vandaag niet wagen aan een voorspelling over hoe de wereld er straks uit gaat zien. Waar ik jullie vandaag wel in wil meenemen is een klein gedachtenexperiment. Eén van de verhalen die de afgelopen weken opzien baarde was namelijk de positie van Roche (1) als bijna monopolist op de Nederlandse markt voor covid-19 testen. Moord en brand werd in de media geschreeuwd over de ‘dubieuze’ positie die zij vervulde in het proces. De Nederlandse Staat had volgens sommigen  het recept maar moeten vorderen met dwang. Uiteindelijk kwam het niet zo ver, maar het legde wel een pijnlijke tegenstelling tussen de vrije markt en het algemeen belang bloot.

Een beeld schetsen van de farmaceutische industrie is haast onmogelijk met een bescheiden aantal woorden (2). In de kern bestaat deze industrie uit kapitalistische bedrijven die uit zijn op winst. Dit is niet gek gegeven de manier waarop de westerse wereld haar economie heeft ingericht. Echter, een totaal vrije markt kan uitkomsten geven waar de samenleving van kan schrikken. Het lijkt alweer lang geleden, maar in 2017 kwam naar voren dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een medicijn met de commerciële prijs van 170.000 euro per jaar niet wilde vergoeden. Destijds werd het als te duur bestempeld. Het ministerie dacht zelfs na over het instellen van dwanglicenties voor dit middel (3). Uiteindelijk is de dwanglicentie niet ingezet, volgens de toenmalige minister omdat dit middel juridisch geen stand hield. Aan het eind van de slepende kwestie besloot zij om het medicijn alsnog volledig te vergoeden tegen de commerciële prijs, een overwinning voor de fabrikant van het middel.

De term ‘dwanglicentie’ is de afgelopen weken vaker gevallen. In de kwestie rondom de testen van Roche wilde verschillende partijen de fabrikant middels deze constructie dwingen het recept voor de testen af te geven (4). Een wettelijke basis voor deze dwanglicentie is te vinden in artikel 57 lid 1 van de Rijksoctrooiwet. Farmaceutische bedrijven verkrijgen in beginsel een octrooi om gedurende 20 jaar exclusief een middel te produceren (5). Aan de termijn van 20 jaar zitten nog nadere voorwaarden verbonden in de Rijksoctrooiwet. Over de werking en het nut van artikel 57 is in de afgelopen jaren genoeg geschreven. Voor de toepassing van art. 57 lid 1 Rijksoctrooiwet is vereist dat sprake is van algemeen belang. In het geval van de huidige pandemie zou dit aan te tonen moeten zijn. De vraag die rijst, waarom is het middel van de dwanglicentie niet direct ingezet?

Het meest simpele antwoord: de juridische procedure. Want wie denkt dat de overheid een octrooi zomaar van tafel kan schuiven en dat daarna alles vrolijk verder gaat, vergist zich lelijk. Het eerste element waar de overheid zich zorgen over moet maken bij het gebruik van de dwanglicentie: de procedure van art. 58 lid 6 Rijksoctrooiwet. De kans dat de overheid en de fabrikant het onderling eens worden over een redelijke prijs is bij het gebruik van een dwanglicentie eigenlijk nihil. In zulke gevallen zal de rechter een redelijke prijs bepalen. Deze juridische procedure kan jaren duren en de uitkomst is ongewis. Wie verder denkt dan enkel de losse procedure ziet eigenlijk gelijk een ander gevaar opduiken: een precedentwerking naar andere fabrikanten toe. Als de minister gebruik had gemaakt van de dwanglicentie, zouden andere fabrikanten in de toekomst minder happig kunnen worden om medicijnen te leveren aan Nederland. Een bijkomend risico kan zijn dat deze medicijnen mogelijk tegen een hogere prijs worden aangeboden vanwege het gevaar wat zij kunnen zien op een dwanglicentie. Tevens bestaat de kans dat dezelfde bedrijven dan minder willen investeren in de Nederlandse economie. Wacht, dit klinkt wel verdacht veel als een economische afweging. Als dit de gedachte is die nu opkomt: ja, dat klopt. Het niet direct inzetten van de dwanglicentie is deels te verklaren door de economische gevolgen. Wat de exacte gevolgen geweest zouden zijn van het gebruik zal in dit geval niet duidelijk worden. Gegeven de terughoudendheid vanuit het kabinet kan gesuggereerd worden dat zij het risico op gevolgen hoog heeft ingeschat. Een aanwijzing voor deze houding kan in een andere kwestie, namelijk die van de mondkapjes, gevonden worden. In deze kwestie wilde de overheid deze middelen vorderen van derde-partijen. Hier kwam zij snel van terug omdat leveranciers angst kregen en minder wilde leveren aan Nederland (6).

Een andere vraag die de afgelopen weken veelvuldig terugkomt, is of de huidige inrichting van onze samenleving nog wel houdbaar? Moeten staten niet veel meer een leidende rol krijgen in de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen. Deze gedachte zou een einde maken aan het huidige systeem van vrije marktwerking in de farmaceutische industrie. Dit levert alleen wel een andere vraag op. Namelijk of een dergelijk systeem wel een oplossing kan zijn voor dergelijke problemen? Gegeven het huidige gedrag van de natiestaten kan gevreesd worden dat het antwoord alles behalve positief is. Momenteel proberen landen elkaar af te troeven voor allerlei medische middelen. De vrees bestaat bij partijen dat dit de strijd tegen de pandemie niet vergemakkelijkt en ongelijkheid zal veroorzaken tussen landen en onderzoekers (7). De World Health Organization (WHO) probeert zo goed en zo kwaad als het gaat landen op te roepen om samen te werken. Echter, wie houdt de welvarende machtige landen tegen om het vaccin en andere medicijnen op termijn te verkopen tegen woekerprijzen? Tevens zal de vraag opkomen of nationaal onderzoek en ontwikkeling zal werken om nieuwe medicatie te ontwikkelen. Farmaceuten maken namelijk veel kosten om potentiële medicijnen te ontwikkelen. Het zal dan afwachten zijn of iedere overheid bereid is om zoveel geld in de ontwikkeling van een vaccin te steken. Of deze bereidheid zich zal manifesteren is moeilijk in te schatten en ook de efficiëntie van een dergelijke aanpak is hoogst onzeker. Naast de monetaire vraag, speelt zich een politiek spel af. Trump heeft vaak genoeg bezongen dat hij het vaccin in de Verenigde Staten wil ontwikkelen en daar wil gebruiken. Ook hier is dan weer de vraag wie in dit geval gaat voorkomen dat de middelen tegen het virus enkel in handen komen van de welvarende, machtige landen?

In mijn eigen ideale wereld zouden alle landen ter wereld samenwerken en zou de ontwikkeling van medicatie volledig efficiënt plaatsvinden tegen zo laag mogelijke kosten. Helaas is een dergelijk scenario een onbereikbare utopie, zolang natiestaten in de trant van ‘ieder voor zich’ blijven denken. De farmaceutische industrie zal in mijn toekomst dus nog steeds nodig zijn. Wat zeer zeker wel een wijziging nodig heeft is het denken van deze industrie. Dat de aandeelhouders van deze bedrijven winst en dividend willen zien is begrijpelijk vanuit hun eigen perspectief. Echter, zij zouden zich ook bewust moeten zijn van de maatschappelijke positie die farmaceutische bedrijven innemen. De afweging tussen puur monetaire afwegingen en andere factoren in het leven zal noodzakelijk zijn. Zoals economen nu ook ontdekt hebben: de mens is niet rationeel en niet alles is in de ratio van geld uit te drukken. In simpelere woorden: niet alles zou om geld moeten draaien in het post-pandemische leven. Hopelijk zal dit lukken zonder het gebruik van nieuwe wetten, maar als iedereen rustig wil doorgaan op de oude weg kan dat wellicht een manier zijn om ander gedrag af te dwingen. Oeps, zo aan het einde toch stiekem toch een opinie over de toekomst van mijn kant. Dit gedachte-experiment is alles behalve compleet of perfect, maar ik hoop dat het jullie prikkelt om zelf na te gaan denken over de toekomst na de pandemie en hoe deze eruit moet zien.
 
Geschreven door Samir Oassem.

Bronnen:
1. Voluit: Hoffmann-La Roche
2.Een goed achtergrond artikel over de industrie en de Covid-19 pandemie: https://www-ftm-nl.eur.idm.oclc.org/artikelen/corona-pandemie-farmaceutische-industrie-dwang
3. https://fd.nl/economie-politiek/1208182/minister-schrikt-terug-voor-doorbreken-eigendomsrecht-op-dure-medicijnen
4. https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5070621/testen-corona-dwang-roche-vloeistof-vrijgeven
5. Art. 36 lid 6 jo art. 49 lid 2 Rijksoctrooiwet
6. https://www.trouw.nl/politiek/vorderen-klinkt-stoer-maar-levert-juist-minder-mondkapjes-op~bdd0f834/
7. https://www.nature.com/articles/d41586-020-01063-8

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *